De vrije geest wil spelen

Repetitie en minimale middelen zijn ook bepalend in de manier waarop Bettie van Haaster schilderend een wereld construeert. Kleine schilderijen van eender formaat (25 bij 35cm)alle op ooghoogte opgehangen ritmeren de binnenwanden van een grote witte De Pont ruimte in een rondgaande beweging. Elk doek lijkt een fragment te zien te geven van een landschap waarvan het volgende werk een ander deeltje toont. Er komt maar geen einde – en was er een begin? – aan deze van bovenuit bekeken vette verfpolders waar de schilder zelf doorheen gegaan is als iemand die voren trekt. Van onveranderlijk hetzelfde vaalgeel, wit, grijs, room en zwart zijn de paden, landingsbanen, percelen land, landwegen met uitstulpende randen. Waar ze allemaal naar toe lopen, is een raadsel en dat moet ook, want de verkaveling is gericht op verkenning van onbekende picturale velden.

Het landschappelijke wordt dan een mentaal gegeven. Het geven van structuur sluit aan op het verlangen naar betreedbare landschappelijkheid, terwijl het intuitieve schildersgebaar het grillig zinnelijke volgen de onvoorspelbare drang tot spelen van de vrije geest. Die twee liggen mooi in balans bij Bettie van haaster. De pasteuze energiek getrokken verfbanen zinderen van licht en lijken aan samentrekkingen en uitzettingen onderhevig als waren ze op vulkanische ondergrond aangebracht. Waar de grond een opstuwende beweging maakt, gaat de verf letterlijk rechtop staan op het schilderij. Een blik van nabij raakt gefascineerd door de uiterst tactiele opbreng van de materie, terwijl afstandname gevoelig maakt voor de in kaart gebrachte nieuwe wereld, wat een spiritueel avontuur van e eerste orde is. De in Amsterdam levende kunstenares houdt er een particuliere werkwijze op na Als stond ze boven een kaart gebogen schildert ze staande nat in nat met de tafel als palet, Haar voorkeur voor het kleine formaat heeft te maken met de noodzaak om het spontane en snelle gebaar als bij een tekening enigszins te benaderen, Bij de zelfstandige tekeningen en schetsboeken die De Pont in een belendende ruimte etaleert zit werk wat op een lichtere maar even fascinerende manier structuur en landschappelijkheid verweeft, naast speelse experimenten met de beeldende mogelijkheden van de niet al te voorbedachte lijn.

Uit:
KNACK
Jan Braet
28 april 1999

vorige pagina | volgende pagina
In het Archief